Op het vliegveld van Rome help ik een non uit Uganda met het tillen van haar koffer de trap af. Waar gaat u heen vraag ik. Naar een klooster in de buurt van Rome zegt ze. En u? En opeens besef ik dat ik hetzelfde ga doen als zij. “Ik ook”, zeg ik. En ze kijkt blij verrast. Helaas ben ik zelf niet zo in den Here als zij maar ben ik onderweg naar een eigentijds klooster, opgericht door de visionaire Marcello. Ooit was hij de oprichter van een populair Italiaans modemerk, werd miljonair, verkocht de boel, zeilde de wereld over, bouwde een verborgen eco-paradijs aan de kust van Mexico en kwam erachter dat het antwoord niet in de overdaad maar juist in de simpliciteit der dingen ligt. Duizenden kilometers reed hij door Italië, tot hij de ultieme verlaten vallei vond met een oude ruïne, middenin een natuurreservaat van 3000 hectare.
Dus hier zit ik dan, in mijn “celluzi”: een klein kamertje in het klooster met precies dat wat ik nodig heb voor een fijn verblijf: een heerlijk bed, een badkamertje, prachtig uitzicht over de omringende bergen en een klein stenen zitje uitgehouwen in een nis, waar ik kan schrijven. Je ziet dat Marcello uit de mode komt: voor alles zocht hij de mooiste materialen en veel decoratieve dingen ontwierp hij zelf. Ik voel me een monnik in een modern jasje, met een macbook voor het grote raam. Honderd jaar geleden had ik hier nog met een ganzenveer en een potje inkt gezeten. Als ik ooit een boek ga schrijven, dan wil ik het hier doen!
De vriendelijke Enzo haalde me op van het stationnetje Fabro. Hij verzorgt hier de maaltijden en werkte vroeger ook in de mode. Hij en Marcello zijn al 50 jaar vrienden. En toen Marcello hier begon twijfelde hij geen seconde en ging mee. Als ik aankom weet ik niet wat ik zie. Ik word door een lange gang geleid met een hoog boogvorming plafond waarin een soort kunstwerk van takken is gemaakt. Uit de oude stenen vloer schijnen kleine lichtjes omhoog en er klinkt Gregoriaans gezang. Er branden kaarsjes in nissen in de muur en het ruikt naar wierook.
Een nummer heeft mijn kamer niet. Daar doen ze hier niet aan. Net zo min als aan wifi en telefoonbereik trouwens (digitale detox noemt Marcello dat, hoe bevrijdend!). In plaats daarvan slaap ik in de “San Benedetto”, een van de kamertjes in een lange gang vol heiligen, 14 in totaal. Meteen overvalt me een bizar gevoel van rust en doe ik wat ik mezelf normaal nooit toesta, ik kruip overdag in bed om gewoon even anderhalf uur voor het diner een powernap te nemen. Wat een cadeautje! Ik besluit iets voor het diner naar beneden te gaan zodat ik me in elk geval nog voor kan stellen aan de andere gasten, want het diner is in stilte. Het zijn twee leuke meiden uit Rome en we hebben meteen een mooi gesprek. Dan rinkelt de bel.
Met z’n drieën zitten we op een rijtje in een knusse kaarsverlichte ruimte onder de gewelven. Voor een minuut is het even ongemakkelijk maar daarna voel ik meteen hoe lekker het is even niets te hoeven zeggen. En nog mooier: om echt te proeven wat je eet en drinkt. De bruscetta met tapenade, de linzensoep, de aardappeltjes met spinazie en de appel uit de oven. Alles heeft zoveel smaak. “En vers uit de tuin”, vertelt Enzo me later trots. Ik bedenk me meteen dat het mooi zou zijn thuis met de kinderen minimaal een keer per week in stilte te eten. Maar ik denk dat ze na een halve minuut al schaterend van het lachen onder tafel liggen. Jammer hoor…
Na het eten mogen we weer praten, maar ik vind de cocon eigenlijk wel fijn en lees een tijdschrift bij de open haard die de hele dag zorgvuldig brandende gehouden wordt. Het is 9 uur en ik ben al in mijn kamer. Het zal toch niet gaan gebeuren dat ik een keer om 10 uur in mijn bed lig? Dat zou werkelijk een record zijn….Maar het gebeurt en ik slaap als een roos.
Om 7 uur sta ik uitgeslapen op en doe mijn eigen yoga in de yogazaal. In het drukkere seizoen is er vaak een teacher om de yoga te begeleiden, maar ik ben er in januari dus het is nog rustig. Het ontbijt is niet in stilte en het is leuk om dieper kennis te maken met de twee uit Rome, een dierenarts en een videoclip-maker. Enzo heeft taart gebakken, vers brood, yoghurt, muesli en een hele bijzondere jam van pompoen met honing. Ik hou nu al van die man. Na het ontbijt loop ik Marcello zelf tegen het lijf die vandaag pas aankwam. Hij ziet me en geeft me meteen een grote omhelzing. Daar hou ik van, meteen op hartsniveau verbinden. Aan alles zie ik hoe hij zijn droom leeft. Ook al is hij in de zestig, hij straalt, praat en gebaart als een blij kind. Vier jaar lang heeft hij dit steen voor steen opgebouwd. Van een ruïne naar een wereldwijd geprezen hotel, ookal is hij pas twee jaar open. Van heinde en verre komen de journalisten die niets dan lovende kritieken schrijven. Want Marcello snapt wat mensen nodig hebben. Less is more.
Ik breng de dag door met wandelingen in de omgeving. ‘Hier is niemand. En in de natuur liggen alle antwoorden’, zegt Marcello. ‘Iedereen die hier komt neemt wel wat mentale bagage mee. En door weer een met de natuur te worden, keer je terug naar binnen en vind je vanzelf de antwoorden.’ Ik voel zelf ook hoe de werkdruk van de afgelopen weken van me afglijdt. Hoe ik alleen al van het wandelen door de moestuin en het aanschouwen van zoveel verse groenten, en ze later nog mooier terug vind op mijn bord, zó gelukkig word. Less is more. Eind van de middag trek ik mijn monnikspij aan en wandel door de lange gang naar het stoombad en het warme bad met massagestralen, verzonken tussen de oude muren.
Inmiddels zijn er behoorlijk wat andere gasten bijgekomen, de meesten uit Rome, maar ook internationale gasten weten de weg te vinden. Een beetje trots vertelt Marcello hoe er soms gasten voor een week uit Amerika komen speciaal om deze unieke plek te ervaren. Deze dag begint in het kleine kapelletje bovenin. Marcello leest een tekst uit de bijbel voor. Hij blijft benadrukken dat het hier niet speciaal een plek is voor Christelijken maar dat hij gewoon enorm van mooie oude verhalen houdt en de symboliek daarin. Zelf ben ik niet religieus, geloof wel in de kracht van iets groters dan wijzelf, maar noem het liever het universum of hogere zelf. Maar ook dan is het gewoon fijn om in de kapel te zitten en naar de Italiaanse teksten te luisteren. Ook dat werkt meditatief.
Daarna doen we wat eenvoudige yoga-oefeningen. Zoals Marcello het noemt maakt hij zijn ziel wakker in de kapel en zijn lichaam in de yogazaal. Rest van de dag ontvouwt zich vanzelf. Boekje lezen in de tuin, bezoek aan Parrano, een typisch middeleeuws stadje op een berg en wandelen in de omgeving. De vuren branden als we terugkomen en iedereen nestelt zich eromheen in de mooie kussens met een boek. Het is alweer bijna voorbij, maar hoe cliché ook, het voelt alsof ik een week ben weg geweest in plaats van drie nachten. En ik ga met een groot geschenk naar huis: een plek die ik in mijn hart heb gesloten en hopelijk met heel veel mensen mag gaan delen. Waar je aan alles voelt dat het met hart & ziel neergezet is. Zo’n plek die uniek is in zijn soort. Een typische Happy Soul place dus…
Klik hier als je meer over deze reis te weten wilt komen die we vanaf nu aanbieden.